Liften, waarom niet?
Bij het reizen van lange afstanden is het altijd duidelijk: dat doe ik liftend. Maar korte afstanden? Van Amsterdam (mijn woonplaats) naar Huizen (geboortedorp) is het 35 kilometer: Wel of niet? En wat als het zondag is, een dag dat het liften sowieso lastiger is?
Vandaag had ik meer zin in de trein. Ik was onderweg voor de verjaardag van mijn moeder en droeg bovendien een taart mee. Even geen gesprek met onbekenden, zo dacht ik. Maar tijdens het lopen begon het toch te kriebelen en in plaats van linksaf naar station Sloterdijk, liep ik rechtdoor riching snelweg. Waarom niet?
Makkelijk is de route allerminst. Ik woon in Amsterdam West en moet de hele ring over om op de A1 te komen. Onmogelijk is het echter niet. Je kan via de Ring Noord bij het begin van de A1 komen, waar nabij IJburg een andere goede liftplek is. Vervolgens ben je zo op de snelweg richting Amersfoort. Maar auto’s kunnen ook net zo makkelijk via de Ring Zuid rijden, dus is het wel een goede keuze?
En hoeveel verkeer tref je dat jouw richting uitgaat en ook nog eens stopt? Alleen met geduld kan je het redden op zo’n plek en op een dag als Eerste Paasdag. Twee minuten later was het gelukkig raak. Een aardig uitziend stelletje stopt maar rijdt naar Alkmaar. Dan twintig minuten wachten op een volgende auto – mijn ene hand de duim omhoog en met de andere hand de taart vasthoudend. Weer Alkmaar.
Na drie kwartier was het echt raak: een auto naar Zwolle met een leuk stel onderweg naar familie. Een rustig ritje met gesprekken over hun aanstaande Istanbul vakantie en Afghanistan (ik had weer een leger-officier als chauffeur), en afgezet bij de afslag naar Huizen. Waarom ze stopten vroeg ik ze aan het eind van de rit. “Waarom niet?” was het nuchtere antwoord.